SV | En [waarom] zoudt Gij de mensen maken, als de vissen der zee, als het kruipende gedierte, dat geen heerser heeft? |
WLC | וַתַּעֲשֶׂ֥ה אָדָ֖ם כִּדְגֵ֣י הַיָּ֑ם כְּרֶ֖מֶשׂ לֹא־מֹשֵׁ֥ל בֹּֽו׃ |
Trans. | wata‘ăśeh ’āḏām kiḏəḡê hayyām kəremeś lō’-mōšēl bwō: |
En [waarom] zoudt Gij de mensen maken, als de vissen der zee, als het kruipende gedierte, dat geen heerser heeft?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En [waarom] zoudt Gij de mensen maken, als de vissen der zee, als het kruipende gedierte, dat geen heerser heeft?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!